De meeste
honden zijn te goed voor ons. We komen vaak weg met een slechte opleiding op
het gebied van sprongtechniek en ook niet elke hond is een natuurtalent. Totdat je een hond krijgt die regelmatig latten
tikt en het plezier van het spelletje voor jullie beiden drastisch afneemt door
frustratie.
Vaak wordt
er geroepen “mijn hond kent geen sprongtechniek!” als voornaamste reden dat een hond latten tikt.
Mijn ervaring de afgelopen 10 jaar is dat het veel vaker andere oorzaken heeft,
of een combinatie van verschillende redenen.
De hond heeft
gebrek aan voldoende zelfbeheersing rondom agility-toestellen, waardoor hij
niet kan nadenken als hij toestellen ziet. Dit is overigens NIET hetzelfde als
passieve impulscontrole (op een matje liggen/ zitoefeningen met afleiding).
Dit geld voor
veel drijvende rassen —aangezien zij gemaakt zijn om beweging te stoppen, is
agility heel tegenstrijdig. In deze context probeer jij altijd voor ze uit te
komen en kunnen ze zelden voor je komen om de beweging te stoppen, wat voor
sommige honden tot extreme frustratie leidt.
Je moet je
hond leren dat in de agilitycontext andere regels gelden en heel geduldig zijn
met wat dát doet met het brein (wat er gebeurt in het lichaam tot op het niveau
van neurobiologie).
De hond snapt
de verschillende cues niet goed genoeg. Hierdoor kan de hond meer naar de
handler gaan kijken voor aanwijzingen/hulp. Zijn onzekerheid kan uitten in
langzaam(er) lopen, rondtollen, omkijken en blaffen (/bijten).
Gebrek aan
focus vooruit valt hier voor mij onder— niet genoeg snappen hoe de hond
zelfstandig een sprong moet nemen ongeacht wat jij doet/waar jij bent.
De hond weet
niet waar hij moet afzetten, hoe hij zijn achterhand moet gebruiken om omhoog
te komen, hoe hij moet verzamelen of hoe hij de afstanden moet inschatten. Hij
weet niet wanneer (of hoe) hij moet verzamelen of juist uitstrekken.
De hond heeft
niet de fysieke kracht om een goed en veilig afzetpunt te creëren doordat de
hond bijvoorbeeld onvoldoende kan remmen (gebrek aan o.a. core spieren en het
lichaamsbesef over hoe de achterhand in te zetten), of dat been-bil-rug spieren
niet genoeg kracht hebben om omhoog te kunnen (vooral in bochten of situaties
waarin je hond niet gebruik kan maken van voorwaartse snelheid). Voor
bochtenwerk, serpentines en eigenlijk alles heeft je hond een onwijs sterke
core nodig om zijn stabiliteit te houden. Daarnaast een flinke portie kracht om
de moeilijke manouvres uit te kunnen voeren en te remmen en weer te versnellen
keer-op-keer.
Te snel en te
langzaam kan verkeerde techniek als gevolg hebben. Te langzaam en je krijgt
vlak springen en sommige honden worden onbedachtzaam. Te snel en de hond mist
of kracht of zelfvertrouwen en kan compenseren met werkelijk slecht springen of
heel erg gaan stotteren voor de sprong als ze onzeker worden omdat het springen
niet (meer) fijn voelt. Hoe snel je de latten kan verhogen is kijken naar je
hond.
Sprongtechniek is geen standaardwerk maar maatwerk. Zoals je nu weet kunnen er verschillende oorzaken zijn die allemaal een andere aanpak vereisen. Elke hond is anders!