In 2022 heeft dit artikel een update gehad.
Drive & Arousal
In mijn gesprekken met cursisten blijkt dat het verschil
tussen Drive en Arousal niet altijd even
duidelijk is. En dat is jammer, want daardoor mist er soms een stuk begrip naar
de hond toe.
Te vaak worden honden gelabeld als ‘stout’,
‘hyper’ of een ‘gebrek aan drive’ met daaraan gekoppeld een terneergeslagen baasje,
want tsja… hopeloze zaak. Soms herkennen we niet dat een hond over-opgewonden is
en bestempelen we het als een hond met veel drive.
Ik hoop dat deze blog het verschil duidelijker
maakt, want tenslotte willen we allemaal optimaal kunnen samen werken met
onze hond!
Er bestaan verschillende interpretaties van het
woord “Drive”:
- Drive is aangeboren
prikkelgevoeligheid.
- Drive is motivatie.
- Drive is
incasseringsvermogen/ vastberadenheid
Drive als aangeboren prikkelgevoeligheid
Drive kan wetenschappelijk worden uitgelegd als
de aangeboren, biologisch vastgelegde drang om een behoefte te bevredigen. Het
is een onbewuste reactie op prikkels, zoals dat je kippenvel krijgt. Let hier
op ‘onbewust’ en ‘reactie’, het is geen keuze.
Drive is ook de mate waarin een hond op prikkels reageert, sommige
honden reageren snel en veel op bijvoorbeeld visuele prikkels, anderen minder.
Sommige honden
zijn extra gevoelig voor geuren.
Alle honden hebben in hun genen aanleg om meer te
willen voorzien in een bepaalde drang. De historie van een ras zegt hier veel
over. Door vele jaren fokken is er geselecteerd op bepaalde vormen van drive
omdat de mens de hond dan kan gebruiken als hulp. Zo kwamen er jachthonden voor
het opsporen, voor het opjagen, voor het ophalen, kwamen er honden voor
verdediging, honden voor vee of schapen drijven etc.
Elk van deze specifieke ‘drives’ prikkelen je
hond om een aangeboren genetisch gedrag te laten zien. De Border Collie is
(meestal) gevoelig voor het controleren & stoppen van beweging in zijn
omgeving, met als resultaat het omcirkelen, fixeren of besluipen van de
beweging. De windhond is eveneens gevoelig voor beweging maar zal snel de jacht
inzetten met als doel een prooi te vangen. Beiden honden hebben ‘drive’ maar
het ziet er allebei heel anders uit. In
beide gevallen reageert de hond, zonder dat het zich bewust is hiervan.
Recent (2019) zijn er zelfs scans gemaakt van de
verschillen in het brein van verschillende rassen en hoe anders het brein
reageert op bepaalde prikkels!
Drive als motivatie
Een andere -veel gebruikte- uitleg voor het
woord Drive is de passie, of motivatie om iets uit te voeren. De hond is
bijvoorbeeld makkelijk te motiveren door beweging, waardoor hij in
agility-context makkelijk speelt, makkelijk zijn eigenaar najaagt en doordat
zijn instinct dan aangesproken wordt, zich als gevolg ook vaak makkelijk
concentreert op deze acties.
Zo zijn Border Collies, Shelties of Jack Russels meestal wel
te porren voor een spelletje met rennen/ speeltje najagen. Retrievers voor
spelletjes en oefeningen waarbij de buit binnen mag worden gehaald.
De uitdaging aan jou is om te vinden welke natuurlijke
‘drives’ de sleutel zijn!
Drive als
incasseringsvermogen/
vastberadenheid
Nog een andere uitleg is drive als vastberadenheid, het niet
snel opgeven.
Je kunt je voorstellen dat dit een heel prettige eigenschap is
wanneer je een (nieuwe) oefening onder
de knie wilt krijgen. Een hond die blijft proberen, ondanks dat jij onduidelijk
bent, weinig of te laat beloont, eigenlijk net te vaak om nog een herhaling
vraagt, is natuurlijk heel makkelijk.
Daartegenover staat een hond bij wie jij alles ‘perfect’
moet doen; als jij te weinig beloond, het te moeilijk maakt of te lang doorwerkt
zeggen ze gewoon ‘doeiiii, doe het zelf maar!’ of ‘pffff, dit is mij teveel'.
Vastberadenheid is tot op een zekere hoogte trainbaar, door
de hond net genoeg uit te dagen en veel succes te laten ervaren.
Een hond die in training niet snel opgeeft is heel makkelijk
voor jezelf. Dat wil niet zeggen dat een minder vastberaden hond niet kan leren
beter om te gaan met ‘falen’ en ook niet dat een hond met minder ‘drive’ geen
fenomenale prestaties kan neerzetten. Het vraagt echter een handler met wat
meer drive ;-)
Arousal is het Engelse woord voor opwinding of
reactiviteit op prikkels. Hierin zit een overlap met de eerste beschrijving van
“drive” (aangeboren prikkelgevoeligheid).
Hoe snel/vaak je hond reageert op prikkels is genetisch
en een individuele eigenschap. Er zijn er honden die sneller opgewonden zijn
(beweging = actie, denk aan de Border
Collie), maar ook minder snel (denk aan de Molossers; die over het algemeen veel
minder snel reageren en eerst overwegen, is het echt nodig- ja? Dan kom ik in
actie.)
Vaker wordt er met “opwinding” bedoelt wat er
fysiek met het lichaam gebeurt.
Opgewonden zijn is een complexe ’staat van zijn’
o.a. beïnvloed door de werking van de hersenen (welke gebieden actief zijn) en
een chemisch proces in het lijf waarbij er verschillende hormonen en andere
stoffen worden aangemaakt die elk op hun beurt weer zorgen voor veranderingen
in het lijf. Opwinding heeft dus effect op de psyche van de hond én op het
lichaam.
Opwinding = optimaal presterenNiet alle opwinding is slecht. Opwinding is
zelfs noodzakelijk om optimaal te presteren. Immers met een slapend lijf kún je
niet optimaal presteren. Kijk naar de (voetbal)teams die nog even voor ze starten
in een kring staan en er een yell op loslaten, de sprinter die aan de startlijn
nog even op en neer springt, armen zwaait--- zelfs de popzanger pept zich nog
even op voor hij dat podium op rent. Dit is goede opwinding, dit is je lijf
klaar maken voor een optimale prestatie.
Bij opwinding wordt het lichaam klaar gemaakt
voor actie. Opwinding activeert o.a. het zenuwstelsel, versnelt de hartslag,
zorgt voor een betere doorbloeding en ademhaling en verhoogt spierspanning.
Het chemische effect op het brein beïnvloed het
leervermogen, concentratie en het vermogen om opdrachten (aangeleerd gedrag) te
kunnen uitvoeren.
Op je piek, waarin de balans tussen opwinding en
prestatie precies goed is, ben je op scherpst mentaal en fysiek!
(Yerkson-Dodson Law) Dit is waar de Olympische medailles worden gehaald.
Over opgewonden?
Te veel opwinding heeft wél een negatief effect.
Het lijdt tot een verminderd werkvermogen
en tunnelvisie; er ontstaat als het ware kortsluiting in je hond’s brein waardoor
hij je soms letterlijk niet kan horen, geen nieuwe stof kan opnemen en bekende
opdrachten niet kan verwerken.
Over-opgewonden is een overbelasting buiten je
copingsvaardigheden. Het is de stress-zone, met gevoelens van frustratie, boosheid, onrust en/of paniek.
Te veel opwinding in agility kan zijn dat je
hond langs sprongen rent, in sprongen land, heel veel latten tikt, vaker valt
of struikelt, jou bijt, afreageert op zijn omgeving, alleen maar rondrent en
niet meer luistert naar opdrachten die hij goed kent. In real life kan het zijn
dat je hond letterlijk op alles reageert, auto’s, honden, blaadje dat voorbij
dwarrelt, een vlieg- je hond kan geen voer meer aannemen, kan niet meer spelen
en kan geen simpele opdrachten die hij goed kent verwerken.
Te veel opwinding, te vaak, is zelfs ongezond en
kan leiden tot gedragsproblemen of ziekte als de hond niet meer in balans kan
komen.
Opwinding is tot bepaalde hoogte beïnvloedbaar door training!
Je kunt dit verbeteren door bijvoorbeeld je hond te leren werken, blijven nadenken, met verhoogde
opwinding, werken aan kiezen voor geen reactie onder zijn threshold (mentale
copingsgrens) en veelvuldig te leren schakelen tussen hoge opwinding en weer
rust vinden (dat is niet hetzelfde als opgelegde rust).
Het verschil tussen Drive & Opwinding is,
kort door de bocht, optimaal kúnnen presteren/leren of NIET
…
- een gedreven hond heeft focus en een helder brein
om optimaal te presteren. Deze hond werkt vol zelfvertrouwen en plezier.
- een hond die over-opgewonden is heeft een brein
dat overbelast is en onderpresteert. Deze hond kan hyper, angstig of reactief
zijn (of op het randje daarvan).
Optimaal presteren is genoeg motivatie (drive) en
de ideale staat van opwinding vinden. Het is een dunne lijn tussen optimaal
presteren en een hond die niet meer optimaal kan leren. Een dunne lijn die
continue verandert.
Dát is waarom het zo belangrijk is om te begrijpen;
opwinding en drive hebben beiden invloed op prestatie, leervermogen én plezier.
Ik hoop dat deze blog je bewust heeft gemaakt van het feit dat er heel wat meer gaande is in het brein en de hele fysieke staat van je hond, dan simpelweg je hond te labelen met veel/weinig drive. Ik hoop ook dat jullie kritisch kijken naar je eigen hond in training: is het genoeg of teveel opwinding? Is hij te scherp, zie je frustratie of heeft hij er plezier in en zelfvertrouwen in wat je vraagt?
En hopelijk heb je tussen de regels meegelezen:
Plezier hebben in een oefening kun je opbouwen,
groeien - en is dus trainbaar.
Dat is goed nieuws voor iedereen die bang is dat
hun hond niet ‘genoeg drive’ heeft.
Een hond die helemaal hyper aan de start staat/ op een
agilitytraining is, kan niet optimaal
leren of presteren--- al rent hij de longen uit zijn lijf voor je.